Hoe werkt een EEG?
Een EEG (elektro-encefalogram) registreert zogenoemde epileptiforme ontladingen in je hersenen. Deze ontladingen zeggen iets over de epileptische activiteit in de hersenen. Een andere naam voor een EEG is hersenfilmpje.
Wat meet een EEG?
Als de neuroloog na het gesprek denkt dat je epilepsie hebt, dan krijg je bijna altijd een EEG-onderzoek. Een EEG-apparaat meet de elektrische signalen in de hersenen. Met een EEG probeert de neuroloog vast te stellen of je ook echt epilepsie hebt. Een EEG is een momentopname. Er is lang niet altijd een afwijking op het EEG te zien, terwijl iemand toch last van aanvallen heeft.
Elektroden op je hoofd
Elektroden zijn kleine metalen plaatjes die de activiteit van je hersenen meten. Om een EEG te kunnen maken, krijg je 22 elektroden op je hoofd geplakt. Sommige mensen vinden het opplakken ervan niet prettig. Het doet geen pijn, maar het voelt raar. Soms gebruiken ze een muts waarin de elektroden verwerkt zijn.
Piekgolven geven aan dat er iets mis is
De elektroden zijn met draden verbonden aan een computer. Tijdens een epileptische aanval is de hersenactiviteit verstoord. Dat is te zien op het computerscherm als pieken en piekgolven. Een standaard-EEG bestaat uit 16 lijnen, die ieder het spanningsverschil tussen twee punten op de hoofdhuid weergeven. Dit spanningsverschil is afkomstig van de hersencellen in de hersenschors.
Serie EEG’s
Laat een EEG-onderzoek geen afwijkingen zien? Dan kan het noodzakelijk zijn om een serie EEG’s te maken. Meestal is een serie van 3 tot 4 EEG’s het beste. Als 4 goed geregistreerde EEG’s geen epileptiforme ontladingen laten zien, is de kans heel klein dat dit bij volgende EEG’s wel het geval is.