Een hersenbeschadiging en dan epilepsie
Na een hersenbeschadiging kunnen er epileptische aanvallen ontstaan. Dit komt regelmatig voor. De verandering, afwijking of beschadiging in de hersenen veroorzaakt deze aanvallen. In dit artikel gaan we in op vragen als: Wat is epilepsie? Welke oorzaken zijn er? Wat is er bekend over epilepsie na een hersenbeschadiging of hersenletsel? Hoe wordt epilepsie behandeld?
Wat is epilepsie?
Bij epilepsie heb je een tijdelijke verstoring in je hersenen, een soort kortsluiting. Meestal duren epileptische aanvallen maar kort, zoals een paar seconden of minuten. Soms duren ze langer. Dat verschilt per persoon en per aanval.
Lees meer over wat epilepsie is.
Hoe zien aanvallen eruit?
Aanvallen kunnen er heel verschillend uitzien. De één valt op de grond, is bewusteloos en gaat schokken. De ander voelt een vreemde tinteling, kan niet uit zijn woorden komen of staart voor zich uit. Aanvallen met vreemd verward gedrag komen ook voor. Soms kan iemand in een aanval gewoon reageren, maar vaak ook niet. Hoe een aanval eruitziet, ligt aan de plek in de hersenen waar de kortsluiting zit en hoe de storing zich over de hersenen verspreidt.
Lees meer over soorten aanvallen.
Oorzaken van epilepsie
Epilepsie kan ontstaan door een erfelijke aanleg of door een beschadiging in de hersenen. Een hersenbeschadiging maakt de hersenen gevoeliger voor een aanval. Wat kan bijvoorbeeld aanvallen veroorzaken?
- Een hersenaandoening, zoals een hersentumor of een beroerte (hersenbloeding of herseninfarct).
- Een hersenbeschadiging door een ongeval.
- Littekenweefsel na een (vroegere) infectie, zuurstoftekort of een hersenoperatie;
- Een hersenbeschadiging na lange tijd overmatig alcoholgebruik;
- Een afwijking in de structuur (de bouw) van het hersenweefsel;
- Een afwijking in het weefsel dat de hersencellen steunt (steunweefsel) of voedt (bloedvaten);
- Een stofwisselingsstoornis, stofwisselingsziekte of hersenontsteking.
Lees meer over oorzaken van epilepsie.
Wat is er bekend over epilepsie na een hersenbeschadiging?
Niet iedereen krijgt na een hersenbeschadiging epilepsie. De kans op een epileptische aanval ligt aan de plaats in de hersenen waar de beschadiging zit. Tijdens de eerste maanden na een hersenbeschadiging is de kans het grootst. Het is niet te voorspellen wie epilepsie zal krijgen en wie niet. Ook is niet te voorspellen wanneer de aanvallen beginnen. Wel is het zo dat hoe groter de beschadiging is of hoe meer beschadigingen er zijn hoe groter de kans is op aanvallen. Vaak zijn de aanvallen door een hersenbeschadiging blijvend.
De meeste aanvallen na een hersenbeschadiging beginnen op één plek in de hersenen (focale aanvallen), maar ze kunnen uitbreiden over de hele hersenen (tonisch-clonische of grote aanvallen).
Als je na een hersenbeschadiging een aanval krijgt, kijkt de neuroloog wanneer de beschadiging is ontstaan en wanneer de eerste aanval was:
- Was de eerste aanval in de eerste week na de hersenbeschadiging en waren er daarna geen aanvallen meer? Dan is er geen sprake van epilepsie.
- Was de eerste aanval later dan een week na de hersenbeschadiging? Dan is er wel sprake van epilepsie. In dat geval is de kans om opnieuw een epileptische aanval te krijgen groot.
Hoe wordt epilepsie behandeld?
De behandeling van epilepsie start bijna altijd met medicijnen tegen de aanvallen (anti-epileptica). Deze voorkomen de aanvallen. De neuroloog wil bereiken dat je geen of zo min mogelijk aanvallen hebt met zo min mogelijk bijwerkingen.
Lees meer over de behandeling van epilepsie.
Wat zijn uitlokkers en kun je ze zelf beïnvloeden?
Soms is er bij aanvallen steeds dezelfde aanleiding. Dit wordt een uitlokker of trigger genoemd. Uitlokkers zijn niet de oorzaak van epilepsie maar vergroten de kans op een aanval. Een bepaalde situatie lokt dan de aanval uit, bijvoorbeeld:
- niet innemen van de anti-epileptica;
- slaaptekort en oververmoeidheid;
- koorts;
- spanningen, emoties of stress;
- lichtflitsen;
- menstruatie (hormonale veranderingen);
- te veel alcohol of juist het stoppen met overmatig alcoholgebruik.
Niet iedereen is gevoelig voor uitlokkers. De meeste aanvallen komen plotseling zonder aanleiding.
Lees meer over uitlokkers van aanvallen.
Epilepsie in het dagelijkse leven
Hoe groot de invloed van de epilepsie op je dagelijks leven zal zijn, is meestal niet van tevoren te zeggen. Epilepsie verschilt van persoon tot persoon. De soort epilepsie en het aantal aanvallen spelen ook een belangrijke rol. Gelukkig lukt het bij een groot deel van de mensen om de aanvallen met medicijnen te voorkomen.
Lees meer over leven met epilepsie.
Kom in contact met mensen met een hersenletsel.
Lees meer over niet-aangeboren hersenletsel.