Epilepsie op oudere leeftijd

De kans op epilepsie neemt toe als je ouder wordt. Vooral na je 75ste. Op latere leeftijd komen namelijk meer hersenaandoeningen voor die epilepsie kunnen veroorzaken. Het is soms lastig om de epilepsie te herkennen. Ook vraagt de juiste medicatie extra aandacht.

Bekijk ons webinar over epilepsie bij ouderen.

 
Wat is de oorzaak op oudere leeftijd?

Epilepsie op latere leeftijd kan verschillende oorzaken hebben. Soms is de oorzaak onduidelijk, maar vaak gaat het om een hersenbeschadiging, zoals een herseninfarct of hersenbloeding. Ook door een andere afwijking of beschadiging kunnen hersencellen sneller verstoord raken. Denk aan:

  • dementiesyndromen, zoals de ziekte van Alzheimer;
  • een hersenontsteking door een infectie;
  • hersenletsel door een ongeval of zuurstofgebrek;
  • een hersentumor.
 
Welke aanvallen komen meestal voor?

De meest voorkomende aanval op latere leeftijd is de ‘focale aanval met verminderde gewaarwording’. Deze aanval begint in een bepaald deel van de hersenen. Het bewustzijn verlaagt en je vertoont verward, vreemd gedrag. Welk gedrag ligt aan de plek in de hersenen waar de aanval begint. Je reageert vaak niet op signalen uit de omgeving. Ook tonisch-clonische aanvallen komen voor op latere leeftijd. Dat zijn aanvallen met schokken en bewustzijnsverlies.

Lees meer over soorten aanvallen.

 
Hoe wordt de diagnose gesteld?

De onderzoeken om de epilepsie vast te stellen, zijn hetzelfde voor jong en oud. Je hebt een gesprek met een neuroloog, je hersenactiviteit wordt gemeten met een EEG, het hersenweefsel wordt in beeld gebracht met een CT-scan of met een MRI. Soms zijn er nog meer onderzoeken nodig. Een probleem bij epilepsie op oudere leeftijd is dat het niet altijd wordt herkend. Klachten als verward gedrag, vallen, moeite hebben om op woorden te komen, kunnen namelijk ook bij andere aandoeningen voorkomen. Bijvoorbeeld bij dementie, hartritmeproblemen, bloeddrukproblemen of een TIA.

Lees meer over de diagnose.

 
Hoe ziet de behandeling eruit?

De meeste mensen krijgen geen aanvallen meer door medicijnen tegen epilepsie (anti-epileptica). Dit is ook zo bij ouderen. Je neuroloog houdt je wel extra onder controle. Slik je ook andere medicijnen? Vertel dit altijd aan je neuroloog. Als je wat ouder bent, werken de lever en nieren soms wat minder goed. Daardoor heb je meer kans op bijwerkingen van de anti-epileptica. Ook gebruiken veel ouderen andere medicijnen. De anti-epileptica kunnen ervoor zorgen dat deze minder goed werken. Krijg je klachten? Overleg dan met je neuroloog. Soms past een ander middel dan beter bij jou.

Lees meer over behandelingen.

Lees meer over geheugen en geheugenklachten en bekijk ons webinar.